Duurzaamheid is een belangrijk thema voor retailers vanuit meerdere gezichtspunten waaronder maatschappelijke verantwoordelijkheid, relaties met klanten en stakeholders en businesskansen. De vraag naar duurzaam ondernemen en duurzame producten neemt toe. Consumenten worden zich steeds meer bewust van het belang van zaken als klimaat, het bewust omgaan met schaarse grondstoffen en goede arbeidsomstandigheden voor de mensen die onze producten maken. Deze trend zal nog verder doorzetten, gedreven door alle publiciteit rond het thema duurzaamheid, de rol die NGO’s hierbij spelen en de nieuwe generatie consumenten (‘generatie Z’) die duurzaamheid nog hoger op de agenda heeft staan.
Retailers moeten zich hierop voorbereiden en veel retailers zijn daar al mee bezig. Er zijn drie grote kansen die duurzaamheid retailers biedt: (i) license to operate, (ii) de noodzaak van transparantie en (iii) het benutten van concrete kansen.
License to operate
Consumenten vinden duurzaamheid belangrijk en verwachten van de partners waar zij zaken mee doen, waaronder retailers, dat die duurzaamheid serieus nemen. Ook verwachten zij dat spullen die zij kopen ‘veilig’ zijn. Het gaat daarbij niet alleen om productveiligheid maar ook om belasting voor het milieu of het risico van kinderarbeid. Daarbij zijn er meer stakeholders die duurzaamheid belangrijk vinden waaronder aandeelhouders, obligatiehouders, personeel, banken, leveranciers.
Maar ook de rol van overheden moet niet worden vergeten. Zowel vanuit Den Haag als vanuit Brussel komt meer aandacht voor het verduurzamen van diverse ketens middels wet- en regelgeving. Letterlijk een ‘license to operate’ dus. Om nu én in de toekomst aan verwachtingen van consumenten en overige stakeholders te kunnen blijven voldoen, moeten retailers duurzaamheid nadrukkelijk op de agenda zetten. Op die manier verkrijgen en behouden zij een ‘license to operate’.
Transparantie steeds noodzakelijker
Aan de ‘license to operate’ is ook de noodzaak tot het afleggen van verantwoording gekoppeld. Retailers moeten uitleggen welke doelstellingen zij hebben op het gebied van duurzaamheid, welke acties zij ondernemen en tot welke resultaten dat heeft geleid. Voor beursgenoteerde retailers is dat al langere tijd duidelijk. Verschillende stakeholders raadplegen de openbare verslagen van retailers en verwachten daarin het nodige over duurzaamheid aan te treffen. Maar ook veel niet-beursgenoteerde retailers rapporteren over duurzaamheid. Dat is ook niet vreemd, want eigenlijk zijn er niet veel verschillen op dit gebied met beursgenoteerde bedrijven. Er zijn geen externe aandeelhouders, maar de overige kring van stakeholders is vrijwel gelijk en die willen allemaal graag weten hoe het met de duurzaamheid gesteld is.
Er zijn ook veel retailers die goede initiatieven ontplooien op het gebied van duurzaamheid, maar daar niet of nauwelijks over communiceren. Zij zijn bezorgd over het risico beticht te worden van ‘greenwashing’ (de onderneming groener of duurzamer voordoen dan die in werkelijkheid is) of zijn bang om afgerekend te worden als er een keer iets mis gaat. Het niet afleggen van verantwoording is echter een gemiste kans. Er zal steeds meer komen vanuit verschillende stakeholders om transparant te zijn. Kortom: ‘zeg wat je doet, en doe wat je zegt’.
Concrete kansen
De oproep is dus om duurzaamheid niet als een risico of een bedreiging te zien, maar als een kans om de business te behouden en op verschillende onderdelen te verbeteren. Duurzaamheid biedt concrete kansen voor retailers om de relevantie van de formule te vergroten, de relatie met klanten te versterken en de kosten te verlagen.
Maak duurzaamheid onderdeel van de waardepropositie
Duurzaamheid kan een bouwsteen zijn voor de retailformule en daarmee bijdragen aan het noodzakelijke onderscheidende vermogen, bijvoorbeeld door uitsluitend producten aan te bieden die op een duurzame wijze en ‘eerlijk’ gemaakt zijn. Retailers kunnen ook inspelen op duurzaamheid door het businessmodel te veranderen van ‘bezit’ naar ‘beschikbaarheid’: de klant hoeft het product niet meer in bezit te hebben maar er alleen maar over te kunnen beschikken, bijvoorbeeld door het te delen met anderen of te huren. Op die manier kan de levensduur worden verlengd en zijn uiteindelijk minder producten nodig. Door de transitie naar ‘product as a service’ beweeg je als retailer weg van de hevige concurrentie op product (en druk op marge) naar een businessmodel met focus op het toevoegen van waarde voor de consument én dus toevoegen van waarde in de keten. Veel retailers zijn hier dan ook mee bezig.
Verbeter de bedrijfsvoering en verlaag daarmee de kosten
Door kritisch te kijken naar de verschillende bedrijfsprocessen kan een positieve bijdrage aan duurzaamheid worden geleverd, bijvoorbeeld door minder gebruik van energie, water, verpakking en schadelijke afvalstoffen. Een belangrijke ‘bijvangst’ voor retailers is dat daarmee ook de kosten kunnen worden verlaagd want de natuurlijke hulpbronnen zijn niet alleen schaars, ze kosten ook geld. Dat onze huidige energieconsumptie niet duurzaam was is op zich niets nieuws. Wel hebben de geopolitieke strubbelingen i.c.m. de schaarste van fossiele brandstoffen geleid tot enorme prijsstijgingen. Bedrijven die al verder zijn in de verduurzaming kunnen deze negatieve gevolgen beter opvangen of zelfs vermijden. Naast ‘resources’ zoals energie kan er ook kritisch gekeken worden naar bepaalde bedrijfsprocessen. Denk bijvoorbeeld aan de logistieke keten, al dan niet in combinatie met de wijze waarop je de producten verpakt. Hoe efficiënter je het transport kan organiseren, hoe duurzamer en goedkoper het transport wordt. Win-win dus.
Neem de ketenverantwoordelijkheid
Retailers worden door de klant verantwoordelijk gehouden voor de duurzaamheid van de producten, ook al vindt de feitelijke productie door anderen plaats die vaak ook op grote geografische afstand zitten, bijvoorbeeld in het Verre Oosten. Klanten hebben immers een relatie met de retailer en niet met de producent die zij vaak niet kennen. Het risico dat ‘fouten’ van producenten (bijvoorbeeld kinderarbeid) uiteindelijk op het bordje van de retailer komen, kan door de retailer in een kans worden omgezet door de ketenverantwoordelijkheid te nemen en als regisseur van de keten te gaan optreden. In die rol stelt de retailer eisen aan de leveranciers (groothandels en producenten) en ziet toe op de naleving daarvan. Verticale integratie is een manier om die ketenverantwoordelijkheid te pakken en van begin tot eind controle te houden om de door jou gestelde duurzaamheidscriteria.
* Olaf Zwijnenburg is als directeur verantwoordelijk en betrokken geweest bij grote transities van internationale retailers en merken. Hij zet zijn kennis, kunde en ervaring in om ondernemers te helpen groeien vanuit innovatie en digitalisering. Olaf begrijpt de uitdagingen waar ondernemers in de retailsector voor staan en denkt graag mee over innovatieve oplossingen voor veranderingen in consumentengedrag, demografie, concurrentie en technologie.
www.OWOLAR.nl | E: olaf.zwijnenburg@gmail.com | M: +31613764077
Geplaatst op: 14 februari 2023